Ontmoeten, aandacht, elkaar scherp houden, betrokkenheid bij de wereld en bij elkaar, verdieping en bezinning.

Stiltewandeling 15 februari 2023

Ha stiltewandelaars en liefhebbers van gedichten en een goed gesprek!

De ochtend was lenteachtig, met zo’n wittige lentezon. We genoten van ons mooie Drentse land, de zingende vogels en de glinsterende druppels van de opgetrokken mist aan de takken.

We lazen een gedicht van P.N. van Eyck:

Voor het raam

Hier, in mijn eigen leven: ik.
Op gras en takken stilte en sneeuw. —
Wat droomde ik van heelal en eeuw?
Daar is alleen: dit ogenblik.

Ik voel ’t. En toch, niet gans als mijn,
Maar of ’t mij toeruist door die boom:
Een stem, van verder dan mijn droom
Gezongen uit een dieper Zijn.

Wel weet ik: als die stem mij richt,
Wordt eens dit bont-verweven lot
Plotseling tezaam getrokken tot
Eén, helle, kern, een flitsend licht.

P.N. van Eyck (1887-1954)

Eens een keer een meer toegankelijk gedicht, of zelfs ‘makkelijk’, zoals de stiltewandelaars zeiden. Het makkelijke zat er naar mijn idee ook in dat we vrij moeiteloos verbindingen konden leggen met onze eigen ervaringen en levens. Levens waarin zich van alles afspeelt, van diep verdriet en onzekerheid, tot momenten van groot geluk die ons optillen.

De titel geeft aan dat de “ik” geen deel uitmaakt van wat er zo mooi beschreven wordt: “Op gras en takken stilte en sneeuw-“. De ik kijkt ernaar, staat binnen – hier – en kijkt naar buiten – daar -.

Het is alsof het zien van die schoonheid de dichter tot het besef doet komen dat het gaat om “dit ogenblik”. En niet om waarvan hij droomde: “van heelal en sneeuw”.

We herkennen dat. Vaak zijn we in ons hoofd bezig met plannen maken voor de korte en voor de lange termijn, en staan we niet stil bij wat er nu om ons heen is.

Soms moet je daarvoor eerst stilgezet worden. Bijvoorbeeld door een (levensbedreigende) ziekte van jezelf of van een dierbare. Anderen  hebben een aangeboren talent voor in het hier-en-nu zijn. Die zijn ‘blij met alles’, beschreef een stiltewandelaar. De persoon in kwestie noemt het zelf, dat hij oog heeft voor de ‘kicks voor niks’ (is een uitdrukking van Van Kooten en De Bie BvdK). Het gaat om met aandacht kijken en leven. Daardoor kun je meer ontvankelijk worden. Maar soms word je werkelijk overvallen door de schoonheid van iets, en dat kan gewoon iets ‘kleins’ zijn, zoals de weerspiegeling van takken in een sloot. ‘Het lijkt alsof de natuur soms iets dieps in je tevoorschijn haalt’, verwoordde iemand het. Het komt van buiten naar je toe. Dat bedoelt de dichter misschien ook met “niet gans als mijn” en “toeruist”. En dan vallen je gedachten weg, je hebt even geen besef van tijd en dan ‘kun je wel janken zo mooi (Maarten van Rozendaal).

Geluk en verdriet kunnen dan heel dicht bij elkaar liggen. Alsof het verdriet opgaat in dat gevoel van ontzag of geluk. Woorden (geluk, ontzag) schieten dan tekort. Dat kan moeilijk voor je zijn, omdat je het dan eigenlijk niet kunt delen. En als je iets niet kunt delen met iemand die je lief is, kan dat pijnlijk zijn. Je kunt het ook niet vastpakken, vasthouden, dat bijzondere moment. En dat doe namelijk je als je er woorden aangeeft. ‘Als je het wilt pakken is het weg’, zei één van de wandelaars. En het gaat sowieso altijd weer weg. Het gaat om momenten. Niet om iets dat maar voortduurt. En dat hoeft ook niet, zei één van de wandelaars, het is ook goed dat je dán weer ‘in je hoofd zit en rationeel bent, en dán weer samenvalt met het moment. Wel mooi dat de dichter voor dat bijzondere moment, dat je niet kunt pakken, als beeld sneeuw gebruikt. Dat kun je immers ook niet vastpakken en bij je houden.

En ook, veel mensen herkennen het opgetogen en tegelijk verstilde gevoel dat sneeuw kan oproepen. Hoe je als kind opgetogen ging slapen als er sneeuw voorspeld was. En hoe stil de wereld is als er sneeuw ligt, de geluiden gedempt.

Dat mooie moment dat je toevalt, van buitenaf, kun je mystiek noemen, zo werd in ons gesprek gezegd. Dat kan groots en verheven voelen, alsof je contact hebt met iets dat boven jezelf uitstijgt, het Hogere. Ikzelf kan met verlangen luisteren naar mensen die zo’n ervaring hebben gehad.

Maar, zo zei iemand, dat hóeft niet per se altijd iets hoogsdravends te zijn. Het is maar wat bij jóu past, hoe jíj geraakt wordt. De één ervaart het door te mediteren, een ander door de verbinding met andere mensen, weer een ander in de natuur of door middel van muziek of beeldende kunst enz.

Het gevoel van ‘opgetild worden’ hoeft zijn oorsprong niet per se te hebben in een fijne ervaring, maar je kunt het ook ervaren vanuit grote zorgen en angst, zo vertelde iemand. Samen bidden gaf grote rust en een gevoel van overgave en los kunnen laten.

We zagen in het gedicht een beweging van eeuwigheid (“eeuw”) naar nu (“dit ogenblik”) en dan weer naar eeuwigheid (de laatste regels riepen bij ons associaties op met de oerknal).

Maar misschien is er wel geen tegenstelling tussen eeuwigheid en ogenblik.

Ik heb ooit geleerd dat met “eeuwigheid” in de Bijbel niet bedoeld wordt oneindig veel jaren, maar dat het een kwaliteit aangeeft. In dat geval is “dit ogenblik”, waarin een stem, “Gezongen uit een dieper Zijn” klinkt, ook eeuwigheid. Een moment van grote kwaliteit. Dan valt alles – “dit bont-verweven lot” –  samen, op zijn plek. Je lot, zo omschreven we in ons gesprek, zijn de dingen die je overkomen, waar je niet onderuit kunt, waarmee je alleen maar kunt omgaan, kunt dealen.

Maar het gaat verder dan dat je soms kunt ervaren dat alles op z’n plek valt, dat alles Eén is. Namelijk de ervaring van het laatste woordje “licht”. Dat dat woord een mystieke ervaring misschien toch goed weergeeft.

De wandelaars deelden ervaringen met elkaar over dierbaren die stierven en waarbij je soms merkte dat die iets ervoeren van licht/Licht vlak voordat zij dood gingen.

Het kan zo troostend zijn als je zelf op die momenten het gevoel had nog werkelijk contact te hebben met je geliefde, in verbinding te zijn. En hoe verdrietig kun je zijn als je dat miste. Maar ieder heeft zijn eigen taal om bij jou te zijn, en eigen behoeften. De één met woorden, een ander via het samen luisteren naar muziek of via alleen een gebaar. Maar ook dat kan in een laatste fase al niet meer mogelijk zijn, en daardoor kun je je zo peilloos alleen voelen.

Troostend was het om dit samen te delen in ons gesprek.

Lieve mensen,

Dank voor het openhartige gesprek en het delen van zulke gevoelige momenten in jullie levens.

Wie van jullie, lezers, ook graag eens mee wil stiltewandelen en praten: wees van harte welkom!

De volgende stiltewandeling is: vrijdagochtend 10 maart

Hartelijke groet!

Berta van der Kolk