Ha stiltewandelaars en liefhebbers van gedichten!
We waren weer met een fijn groepje vanochtend. Het werd droog toen we begonnen met de stiltewandeling. Geen motregen zelfs. Grijs en onstuimig was het wel, maar lekker om te wandelen. Echt winters nog. En toch, bij de boerderij van Staatsbosbeheer zaten twee ooievaars te klepperen op hun nest.
We lazen een gedicht van Lieke Marsman. Het is deel van een veel langer gedicht met deze titel (8 bladzijden), maar dit is wel een geheel, het staat op één bladzijde.
UNIVERSELE ESTHETIEK
1.
Steeds vaker schrik ik in de tram van mijn wekker
die afgaat op iemand anders’ mobieltje,
terwijl mijn eigenzinnigheid met me meereist
in mijn linnen tasje, massaproduct voor een eenling.
Wat is de universele esthetiek eigenlijk méér
dan de meest succesvolle marketingcampagne?
De samenleving een lange, eensgezinde
polonaise die enkel tot halt komt
in de plaatselijke winkelstraat,
omdat men daar te veel slentert.
Nee, dan het sublieme. Dat magische mooie
dat steeds tussen je vingers vandaan glipt
en waar een beetje geesteswetenschapper
een hele carrière op kan bouwen.
Wat als het ongrijpbaar is omdat het niet bestaat?
Wat als er tussen de regels door
alleen een peilloze leegte ligt, een stilte
waarin ik probeerde een gedachte te formuleren
die dadelijk wordt volgeplempt
met een hermeneutische tekstverklaring?
Lieke Marsman; uit: In mijn mand (2021)
Veel herkenning in het gedicht, zoals ergernis over de volle winkelstraten, de winkelende samenleving, hetgeen zo doelloos lijkt en je werkelijk remt als jij haast hebt.
We zijn allemaal zeker een eenling, maar toch ook onderdeel van de massa, de context.
Wat opvalt is het verschil tussen de eerste tien strofen en die erna. Eerst geschreven vanuit de hectiek en dan het “magische mooie”, dan komt er een stuk rust, verwoordde een stiltewandelaar het.
We vonden allemaal dat er ironie spreekt uit het gedicht. Alsof de dichteres wat ze beweert direct weer een beetje ontkracht. Zoals “massaproduct voor de eenling”. Willen we niet allemaal uniek en bijzonder zijn? Al dan niet met een ‘persoonlijk’ linnen tasje? Maar dan blijkt dat tasje een massaproduct te zijn. Gefopt door de fabrikant die je het gevoel geeft met dat tasje een eenling te zijn. En ze schrikt op van een ringtone waarmee je je eigen mobiel heb ingesteld. Blijkt, steeds vaker, dat een ander die ook heeft. Ze schrikt ervan. De esthetiek, het schone, mooie, zou universeel zijn. Proberen we allemaal, nou ja in elk geval velen van ons, niet te voldoen aan het mooie plaatje dat ons door de schoonheidsindustrie wordt opgedrongen? Meisjes die met hun gefilterde selfies naar de plastisch chirurg schijnen te gaan. En steeds meer op elkaar gaan lijken…
De titel van de dichtbundel “In mijn mand” intrigeerde ons ook in dit verband, die vermeende tegenstelling tussen eenling en massa. Zit er de ondertoon in van een bevel, zoals aan een hond: In je mand! Zoals het wereldje van Lieke Marsman ook ingeperkt is door haar ziekte? Op haar plek gezet? Of drukt “mijn mand” juist bescherming, veiligheid uit. Een plek om je terug te trekken als eenling tegenover de massa?
En dan spreekt het gedicht over het sublieme “Dat magische mooie dat steeds tussen je vingers vandaan glipt”. Dat lijken regels met een serieuze ondertoon. Maar de opmerking over de geesteswetenschapper die er een hele carrière op kan bouwen, doet daar gelijk weer wat vanaf.
Misschien toch ook weer niet, als je doorleest. Eerst lijkt het een verlies dat het sublieme ongrijpbaar is, omdat het wellicht niet bestaat en er tussen de regels door alleen “een peilloze leegte” zou blijken te liggen.
Maar de dichteres blijkt juist behoefte aan die “peilloze leegte, “een stilte” te hebben, want daarin probeerde zij “een gedachte te formuleren”.
We spraken samen over de betekenis van leegte. Zou het erg zijn, als er alleen een peilloze leegte zou zijn tussen de regels, als het “magische mooie” niet zou bestaan?
Stel dat we elke zondag naar de kerk gingen en God bestond niet. Of hoe je het ook wilt noemen, het hogere, dat wat boven jezelf uitstijgt etc. Geeft dat?
De wandelaars vonden van niet. ‘Gaat het niet om een wisselwerking?’ zei een wandelaar, het één kan niet bestaan zonder het ander. We hebben het hogere nodig en het hogere ons, om te zijn.
De dichteres heeft blijkbaar stilte en leegte nodig om tot gedachten, tot woorden (voor gedichten?) te komen.
Wij herkenden het belang van leegte uit de mystiek. Dat je jezelf leeg moet maken om het hogere te kunnen ontmoeten. Leeg om ruimte te maken. Leeg zijn, in de zin van Meister Eckhart, is plaats maken in je ziel, ontvankelijk worden.
Stilte kan daar bij helpen vonden we. ‘Stil zijn is ontmoeten’ vulde iemand treffend aan. Je kunt daarbij ook aan gebed denken, vond een ander. En een andere stiltewandelaar citeerde ‘t Is de stilte die de leemte vult’.
De dichteres lijkt leegte en stilte op één lijn te stellen. Wij vonden dat stilte juist vaak niet zonder inhoud is, niet per se leeg dus. Stilte is meer dan dat het stil is.
Dat kennen we wel vanuit het stiltewandelen, waarbij je aanvankelijk met een hoofd vol gedachten loopt en het pas na verloop van tijd echt stil wordt en je werkelijk oog krijgt voor wat je om je heen ziet. En zie je dán soms niet werklelijk het “magische mooie”, het “sublieme” van ons Drentse landschap?
De dichteres wil gedachten formuleren in de leegte, de stilte. Heeft de stilte daarvoor nodig.
Eén van de stiltewandelaars benoemde het dilemma dat daaruit spreekt. Er gaat toch iets verloren als je woorden gaat geven aan “dat magische mooie”.
Woorden transformeren dat waar het over gaat uiteindelijk haast altijd. Vaak doe je er iets aan af. En als je daarin doorschiet ga je het kapot analyseren met een “hermeneutische tekstverklaring”.
Maar woorden geven aan je innerlijk kan ook enorm helpen. We zagen deze week allemaal de documentaires waarin mensen aan het woord kwamen die de watersnoodramp hadden verwerkt door erover te praten. Vaak pas bij de eerste herdenking ervan, na veertig jaar.
Ook mensen die geleden hebben in de Tweede Wereldoorlog spraken daar vaak helemaal niet over. Konden het niet. Iemand had Jeroen Krabbé zien vertellen over zijn project in herinneringskamp Westerbork, waarbij men knopen verzamelt voor een kunstwerk, dat hij ervan gaat maken. Achter die knopen blijken hele verhalen te zitten. Knopen die voor je spreken, als je zelf geen woorden hebt.
Zaten wij vanochtend nou ook de gedachten van Lieke Marsman kapot te analyseren? Dat lijkt misschien op het eerste gezicht wel. Maar wij praten niet in de eerste plaats over het gedicht om te achterhalen wat Lieke Marsman er precies mee bedoeld zou hebben, maar haar woorden helpen ons onszelf uit te drukken, te herkennen waar wijzelf staan, hoe wij dingen beleven. Zoals in dit geval bijvoorbeeld, een eenling of deel van de massa zijn, of hoe we stilte en leegte ervaren. Dat met elkaar doen, brengt je vaak verder dan in je eentje.
Lieve mensen,
Wil je eens een stiltewandeling meelopen en met elkaar praten naar aanleiding van een gedicht, wees dan van harte welkom om mee te lopen. Probeer het gewoon een keer, dan merk je vanzelf of het bij jou past.
De volgende stiltewandeling is op woensdagochtend 15 februari. Wie weet tot dan!
Hartelijke groet!
Berta van der Kolk