Ontmoeten, aandacht, elkaar scherp houden, betrokkenheid bij de wereld en bij elkaar, verdieping en bezinning.

Stiltewandeling 11 oktober 2023

Ha stiltewandelaars, gedichtenlezers en liefhebbers van een goed gesprek,

Grijs en nét geen regen, maar heerlijk weer om te lopen. De stiltewandelaars hoorden overtrekkende ganzen en mauwende buizers en ik vierde op mijn fiets een paddenstoelenfeetsje. We liepen met het laatste deel uit een driedelig gedicht van Willen Jan Otten (klik hier voor het hele gedicht):

“Eindaugustuswind”

3

Ik heb mij nu zo luid tot u gericht
dat uw zwijgen is gaan klinken
naar de stilte in een bladstil bos
nadat er ’s nachts uit een tent
een kind geroepen heeft en het was
het mijne niet. Ik twijfel niet
aan uw bestaan zo lang u tot mij
zwijgt. Het is aan mij, u laat mij vrij
om uit uw echoënde stilte op te staan.

Willem Jan Otten,
Uit: Eindaugustuswind
Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 1998

We waren weer eens met een mooie groep en daardoor kreeg het gesprek n.a.v. het gedicht ook meer kleuring; verschillende inbreng geeft ook meer gezichtspunten en persoonlijke beleving.

Een mooi, openhartig en verrijkend gesprek.

Het ging kris-kras door het gedicht en dat geeft eigenlijk al aan dat mensen erdoor geraakt ware, die door de ene zin, die door de andere.

Iemand dacht direct aan een lied van Boudewijn de Groot dat heet ‘Geluid van de stilte’.

Een aantal mensen proefde verlangen bij dit gedicht. Maar waarnaar? Dat is niet zo precies te zeggen. Naar God? Iemand dacht aan een Bijbeltekst met zo ongeveer de woorden ‘ik zocht God en vond hem niet (…) maar wel in de stilte’. De dichter noemt God echter niet. Maar hij spreekt wel iemand aan met “u”. Een aantal wandelaars dan wel de associatie met ‘God’. Iemand zei dat het moeilijk is om al lezende oude godsbeelden los te laten. Die belemmeren een beetje het vrij kijken naar het gedicht. Deze wandelaar geeft aan wel van de Bijbelverhalen te houden, maar met ‘God’ niet zo veel meer te kunnen. Iemand hield het ook in het midden door te stellen: ‘de dichter is vanuit verlangen op zoek, er is veel dat hem hindert, er is geen antwoord. Laat mij maar zoeken.’.

Een ander spreekt liever ook niet van ‘God’. Die wandelaar spreekt liever van ‘de bron’ of ‘kosmos’. Want we zijn allemaal alles en één’.

Een ander leerde van de Joden dat je de godsnaam – die betekent ’ik-zal-er-zijn’ – niet zou moeten uitspreken, zelfs niet als JHWH. Het is een inademing en een uitademing.

Ikzelf vind die zwijgende ‘u’ uit laatste zin prachtig. Dat geeft ruimte, onafhankelijkheid, geen antwoorden. Alsof die ‘u’ door  te zwijgen het initiatief aan mij laat, en daarmee mij het vertrouwen geeft dat ik dat kan. Kán opstaan. Daarbij: Er staat “Ik twijfel niet aan uw bestaan zo lang u tot mij zwijgt”. Zolang. Ik denk dat te begrijpen. Als ‘u’ óf wie dan ook antwoorden geeft – het ‘goede’ antwoord – dan haak ik af. Iemand concludeerde (hierbij sluit mijn gedachte mooi aan; nu ik dit typ zie ik dat pas) naar aanleiding van de laatste zin: ‘Je kiest dus zélf. Dat gun je iedereen!’. Weer een ander vulde aan ‘Niet ik bén vrij, maar u láát mij vrij.’ ‘God vertrouwt op ons’, vulde een andere wandelaar aan. Als je de oude beelden en lading van dat woord afhaalt, denk ik dat dat inderdaad hetzelfde is. ‘Het gaat om vrijlaten. Dat ik mezelf mag zijn. Maar ook het bevraagd zijn: Adam waar ben je?’, zo verstond weer een andere stiltewandelaar die laatste zin van het gedicht.

Mooi dat die ‘u’ zwijgt, vond ook een andere wandelaar, zo laten we ‘u’ of ‘god’ tenminste niet buikspreken. Wat toch al teveel gebeurt.’.

We dachten dat het gedicht ook draait om loslaten en overgave. ‘Overgave zonder je te verzetten tegen wat zich aandient.’, vulde een stiltewandelaar aan. ’Als je bewust de stilte opzoekt en door alle ruis gaat die zich eerst aandient, wat niet per se makkelijk is, dan kan de stilte gaan klinken.’ Met muziek of in de natuur kun je overvallen worden door een diep gevoel van gezien zijn, een aanwezigheid voelen. ‘Dat overkomt me. Het gebeurt in stilte. En het roept vreugde en ontroering bij me op.’ Een prachtige ervaring. En bij enkelen van ons riep dat weer verlangen op en een beetje jaloezie…

De stilte hield ons, stiltewandelaars, bezig. De dichter zegt het zo mooi: “dat uw zwijgen is gaan klinken naar de stilte”. En: “uw echoënde stilte”. Prachtige taal!

De boven geciteerde stiltewandelaar gaf al aan hoe belangrijk stilte voor haar is. Een ander zei ‘in de stilte kan ik echt luisteren en word ik geleid. Dat gaat altijd door. Dat stopt nooit.’

Het mooie is dat dat bladstille bos in de derde regel wel over stilte gaat, maar geen lege stilte is. De dichter heeft zich ‘nu zo luid tot u gericht’. Heeft hij geroepen, geschreeuwd?, vroegen we ons af. En daarna was er zwijgen en dat “zwijgen is gaan klinken naar de stilte in een bladstil bos”. Is die stilte nog vol van dat ‘luide richten’? Klinkt er nog die roep van dat kind in na? Is de stilte, het zwijgen, zélf het antwoord op dat schreeuwen? Ís er geen antwoord?

Dat kind intrigeerde ons. Sommigen wisten niet goed wat ze aan moesten met het kind in het gedicht, maar twee anderen dachten direct aan het kind in zichzelf.

Als kind niet gezien zijn door ouders. Alleen zijn. Troost vinden, alleen lopend in de natuur. Dat deed goed. ‘Want de natuur is wat het is, oordeelt niet. Maar nu riep het kind in mij. Het wil niet meer alleen lopen. Heeft verlangen om samen te lopen.’ En ze liep de stiltewandeling mee.

“Het is aan mij (…) om op te staan.”, zegt de laatste zin. Iemand vond: ‘Het kan wel aan mij zijn, maar je moet ook kúnnen opstaan’. Daarbij dacht deze wandelaar aan mensen die dat niet kunnen vanwege fysieke en vooral mentale belemmeringen, voortkomend uit bijvoorbeeld een beschadigende jeugd. Het is niet voor iedereen een keuze om wel of niet op te staan.

We spraken erover waar opstaan voor staat. ‘Weer kunnen’. ‘Een beweging naar beter’. ’De moed om verder te gaan met het leven’.

We waren nog lang niet uitgepraat en gepuzzeld over het gedicht. Het gaat over verlangen en raakt aan het mysterie. Daarom is het zo mooi dat Otten dat niet invult, maar in beelden praat en zoekt. We probeerden het daarom niet kapot te analyseren, hoewel dat op de loer ligt, maar probeerden hem te begrijpen. En zo vonden we al dan niet herkenning in gevoelens en verlangens, waar we zelf vaak geen woorden voor hebben.

Lieve mensen,

De volgende stiltewandeling is vrijdag 27 oktober

Iedereen is van harte welkom om mee te gaan. Ook als je nog nooit of al lang niet bent mee geweest.

Hartelijke groet!

Berta van der Kolk

Foto met koe: Klaas Pieter