Ha stiltewandelaars, gedichtenlezers en liefhebbers van een goed gesprek!
Een fijn, maar nat regentje vanochtend. Toch was het lekker om te wandelen. Hoewel het paadje naar het hoge bruggetje alweer overstroomd was. De vogels trokken zich nergens wat van aan: overal gefluit en gezang.
Maar voordat de stiltewandeling begon moest er eerst nog een schaap gered worden.
Geïnspireerd door het verhaal van Ruud Bartlema over de Hoogliedschilderijen van Chagall in het Oecumenisch Leerhuis koos ik een gedicht van Hans Andreus:
Afkomst
Ik heb al zo lang geschreven
alsof het licht buiten mij was
en ik half in het donker zat
maar voor me uit te praten,
terwijl ik veel langer al weet
(en dat ik dat niet
wou toegeven doet
minder ter zake): ik ben
van binnenin het licht –
en ben het in de kleuren
waarmee het hier op adem komt
en het ogenblik dat ik zie
hoe het danst en golft en straalt
in niet meer wat of wie.
Hans Andreus
Uit: De witte netten van zon en maan (1974)
Ruud Bartlema vertelde dat Chagall niet veel had met religie, synagoge of kerk, maar wel mystieke ervaringen kende. Die ervaringen overkwamen hem onder meer tijdens het schilderen en hij verwerkte die ook in zijn schilderijen.
Naar ons idee verwerkte Hans Andreus de zijne in zijn gedicht.
Een gesprek erover voeren bleek nog niet zo eenvoudig. Vanaf “ik ben (…)” lijkt het een beschrijving van een mystieke ervaring. Het lijkt ons een ervaring die met haast niks te vergelijken is en als je zelf geen mystieke ervaringen kent, zoals wij bij elkaar, hoe kun je er dan óver praten?
Ook Andreus gebruikt niet veel woorden. En eerst pas in dit gedicht lijkt hij erover te schrijven en toe te geven wat hij beleeft.
‘Een mystieke eenwording’, zo zei een stiltewandelaars. Samenvallen met het licht. Zo sterk, dat er geen sprake meer is van “wat of wie”. Betekent dat dat het ego, het zelf, wegvalt?
Een eenwording met niet alleen het licht, maar ook met alles, het al? Er staat “ik ben”, en niet zoiets als “ik ervoer”, alsof de dichter aldoor ervaart dat hij “van binnenin het licht” is. Een staat van zijn.
Dat zinnetje “ik ben van binnenin het licht”, leek ons een keerpunt in een proces van bewustwording van de dichter. Het toegeven van het reeds weten dat “ik ben (…)”.
Wat zou je dan moeten verstaan onder “licht”? Is het God? Liefde? Of moet je er juist geen andere woorden aan geven? De dichter is in zijn taal heel beeldend. En dat is waarschijnlijk genoeg en het maximale dat hij kan doen om zijn ervaring te vertolken. In een ander gedicht gebruikt hij het woord “licht” (“ik weet dat ik er vandaan kom”), om vervolgens te zeggen “of hoe dat heet”.
“ik ben van binnenin het licht –“ verandert van betekenis als je de adempauzes anders plaatst. Bijvoorbeeld na “ik ben” of na “binnenin”, zei een wandelaar.
Als je het na “ik ben” plaatst, zou het kunnen betekenen dat de dichter het licht ín zichzelf ervaart. Het licht is in hem. Hij valt er binnen zichzelf mee samen. Misschien dat hij het daarom niet toe wilde geven? Omdat het wel erg onbescheiden (hoogmoedig?) klinkt als voelt dat hij dus samenvalt met het licht/met God/met het goddelijke?
Of valt hij er niet mee samen, maar is hij een instrument waardoor het licht in kleuren uiteenvalt en daardoor zichtbaar wordt? En waardoor het dansen, golven en stralen te zien is. (een schilderij van Chagall laat overigens zo’n licht zien: een zon, in kleuren!*)
In elk geval is “hij” blijkbaar een prettige plek om te verblijven voor het licht, want het komt hier op adem. Ik denk nu ik zit te typen: zou hier “hij” zijn, of bijvoorbeeld hier op aarde?
In elk geval lijkt zo’n mystieke ervaring iets benijdenswaardigs. Haast zoiets als sommige mensen na een bijna-doodervaring beschrijven, vertelde een wandelaar. Een ervaring waar men graag in wilde blijven en naar terug verlangt.
Eén van de wandelaars tekende aan dat het herkennen van het licht in jezelf, het in staat zijn het licht in jezelf te zien, sowieso niet voor iedereen weggelegd is. Te denken valt aan beschadigde mensen, mensen met psychiatrische aandoeningen.
Eén van de wandelaars kent zelf geen mystieke ervaringen, noemt zichzelf ook niet religieus, maar het gedicht maakt wél nieuwsgierig. Een ander ging ooit naar een serie cursusavonden over mystici. Is dat omdat we er misschien meer dan nieuwsgierig naar zijn? Omdat het ook verlangen oproept? Bij mij in elk geval wel.
Ik ben benieuwd of lezers van dit verslag wél de ervaringen van Andreus herkennen. Of ze er dan ook deze woorden aan zouden geven? Wat het gedicht in hen oproept.
Beste stiltewandelaars,
De komende geplande stiltewandeling, op vrijdag 8 maart, gaat vanwege mijn knieoperatie niet door en die van vrijdag 5 april om die reden ook niet.
Klaas Pieter neemt de stiltewandeling op woensdag 20 maart over!
Dus:
De eerstvolgende stiltewandeling is op woensdag 20 maart. Die van 8 maart en 4 april gaan niet door.
Vriendelijke groet!
Berta
*
Detail uit schilderij van Chagall ‘Lied der Liederen 5’ (foto gemaakt in Museé Chagall – Nice):